Inleiding
Je bent terechtgekomen op RomeinseInfo. Hier vind je informatie over de geschiedenis van de Romeinen. Je vindt hier informatie over Romeinse keizers, Romeinse goden, gladiatorengevechten, Christelijke martelaren en amfitheaters. Hieronder vind je meer informatie over de Romeinen wat op de website niet wordt verteld.
Over de Romeinen
Het volk van de Romeinen leefden van 750 v.C. tot 500 n.C. De Romeinen leefden in de tijd van de Grieken en Romeinen, ook wel de oudheid genoemd. Rome werd van een koninkrijk een republiek. De Romeinen veroverden het gebied rond de Middellandse Zee, dat het Romeinse-Rijk werd.
De landbouwstedelijke samenleving was een belangrijke tijd voor de Romeinen, waarin veel werd gehandeld. Producten kwamen uit landen verspreid over het hele Romeinse Rijk. Er werd betaald met de Romeinse munt, de sestertie. Op die Romeinse munten stonden keizers. Ook waren er in de Romeinse tijd grote sociaal-economische verschillen. Veel arme mensen trokken naar de stad. Het waren mensen van het platteland. Er was in het Romeinse Rijk een multiculturele samenleving. Als je Romeins burgerrecht had, had je meer rechten dan de andere burgers. Doordat Romeinen veel dingen overnamen van de Grieken ontstond er een nieuwe cultuur, de Grieks-Romeinse cultuur. Veel Romeinen waren slaaf.
Er bestond een provincie Judea. Daar leefden joden die een monotheïstische godsdienst hadden. Of makkelijk gezegd, het jodendom. Er kwam mislukte opstand waardoor de joden zich over het hele Romeinse Rijk moesten verspreiden. Later ontstond er in Judea het Christendom, maar het Christendom werd verboden. Toen die tijd over was werd het Christendom de staatsgodsdienst. De leider van de kerk was de Romeinse paus.
De landbouwstedelijke samenleving was een belangrijke tijd voor de Romeinen, waarin veel werd gehandeld. Producten kwamen uit landen verspreid over het hele Romeinse Rijk. Er werd betaald met de Romeinse munt, de sestertie. Op die Romeinse munten stonden keizers. Ook waren er in de Romeinse tijd grote sociaal-economische verschillen. Veel arme mensen trokken naar de stad. Het waren mensen van het platteland. Er was in het Romeinse Rijk een multiculturele samenleving. Als je Romeins burgerrecht had, had je meer rechten dan de andere burgers. Doordat Romeinen veel dingen overnamen van de Grieken ontstond er een nieuwe cultuur, de Grieks-Romeinse cultuur. Veel Romeinen waren slaaf.
Er bestond een provincie Judea. Daar leefden joden die een monotheïstische godsdienst hadden. Of makkelijk gezegd, het jodendom. Er kwam mislukte opstand waardoor de joden zich over het hele Romeinse Rijk moesten verspreiden. Later ontstond er in Judea het Christendom, maar het Christendom werd verboden. Toen die tijd over was werd het Christendom de staatsgodsdienst. De leider van de kerk was de Romeinse paus.